Door Lucas Bergkamp
Eerder verschenen bij Wynia’s Week
De klimaatbeweging heeft het strafrecht ontdekt als instrument voor het voeren van klimaatpolitiek. Als aanvulling op civielrechtelijke rechtszaken tegen staten en bedrijven, is de beweging van plan ‘foltering’ en de nieuwe misdaad van ‘ecocide’ in te roepen om bedrijfsleiders, politici en anderen aan te pakken die aan hun eisen in de weg staan. Bij het doordrukken van hun agenda krijgen deze activisten hulp van de rechterlijke macht, met name het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Strafrecht
Het gebruik van het strafrecht om klimaatpolitiek te voeren is een volgende stap in de radicalisering van de klimaatbeweging en vormt een bedreiging voor de economische en politieke vrijheden, de rechtsstaat en de democratie. Als de beweging haar plannen kan realiseren, zou iedereen die geen ambitieus klimaatbeleid steunt, moeten vrezen voor vervolging en gevangenisstraf. Omgekeerd zal het dreigen met strafrechtelijke sancties tegen politici en bedrijfsleiders krachtige prikkels creëren om een ambitieus klimaatbeleid en het dominante pro-klimaatverhaal over te nemen.
Klimaatontkenning
Er wordt al langer gesuggereerd dat ‘klimaatontkenning’ een misdrijf is, althans zou moeten zijn. Zo’n jaar of tien geleden betoogde een Amerikaanse advocaat al dat klimaatontkenning volgens de bestaande wetgeving strafbaar is als misleiding en fraude. In 2015 zei Al Gore dat ‘ontkenners van klimaatverandering gestraft moeten worden’. De terugtrekking van president Trump uit het klimaatakkoord van Parijs werd gezien als een misdaad tegen de menselijkheid: ‘Dit is volkerenmoord’.
Een recent boek getiteld Carbon Criminals, Climate Crimes beschrijft de klimaatmisdrijven van de fossiele brandstofindustrie, de Amerikaanse regering en de internationale gemeenschap. Op de website van UNESCO wordt betoogd dat klimaatmisdrijven voor de rechter moeten worden gebracht en dat staten en bedrijven verantwoordelijk moeten worden gehouden voor hun acties of gebrek daaraan met betrekking tot klimaatverandering.
De reden voor criminalisering
Het criminaliseren van ‘klimaatontkenning’ wordt meestal gerechtvaardigd door te stellen dat, gezien wat we weten over klimaatverandering, het ontkennen van de wetenschap, het bedriegen van het publiek en het moedwillig belemmeren van een serieus klimaatbeleid, leidt tot de verdwijning van hele landen en culturen. Dat zou juist de armsten en meest kwetsbaren op de planeet beroven van hun land, hun huizen, hun levensonderhoud en hun leven. En dat voor winst of politieke macht. Dit zouden daarom misdaden zijn tegen de menselijkheid.
Dit soort emotionele verontwaardiging is niet alleen een ondoordringbare samensmelting van feitelijke en morele drogredeneringen, maar veronderstelt ook datgene wat bewezen moet worden. De rationaliteit is ver te zoeken en klimaatactivisten maken daar handig gebruik van door ook voor de rechter vooral op emotie te spelen.
Het Europees Klimaathof
Een mooi voorbeeld van de emotie die het klimaatdebat kenmerkt, kan worden ontleend aan een klimaatzaak die momenteel voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens speelt. In 2020 heeft dit Hof aan klimaatactivisten gesignaleerd dat het openstond voor het ontvangen van klimaatzaken. Het Hof organiseerde een conferentie over ‘mensenrechten voor de planeet’ en liet de voorzitter een toespraak houden met als titel ‘moet het Hof het Europees Klimaathof worden’. Deze open uitnodiging konden de klimaatactivisten niet aan zich voorbij laten gaan.
Inmiddels zijn er meerdere klimaatzaken aanhangig bij het Hof. In deze zaken domineert niet de klimaatwetenschap of het recht, maar de retoriek van de ‘klimaatnoodtoestand’.
Klimaatnoodtoestand
Het Europees Klimaathof heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt ook het voortouw te nemen bij het criminaliseren van het klimaatdebat. Zo hebben de voorzitter en een vice-voorzitter publiekelijk verklaard dat ‘we worden geconfronteerd met een ernstige noodtoestand die een gecoördineerde actie van de hele mensheid vereist’ en dat we moeten vrezen voor ‘de ineenstorting van alles wat ons onze veiligheid geeft’. Daarmee onderschrijft het Hof openlijk en onvoorwaardelijk het klimaatalarmisme van de klimaatbeweging; en dat niet op basis van wetenschap, maar van verklaringen van Sir David Attenborough, een bekende bioloog en klimaatactivist.
Om ieder argument over de feiten bij voorbaat te torpederen, hebben de beide rechters er nog aan toegevoegd dat ‘niemand legitiem in twijfel kan trekken dat we worden geconfronteerd met een ernstige klimaatnoodtoestand’. Het Hof kan daarom meteen overgaan tot het toepassen van het recht – ‘van zijn kant zal het Europees Hof zijn rol spelen binnen de grenzen van zijn bevoegdheden als rechter’, zo luidt het, ‘er immer rekening mee houdend dat de garanties van het Verdrag effectief moeten zijn en reëel, niet illusoir’.
Klimaatontkenners
Door deze stellingnamen heeft het Hof in feite elk debat over klimaatverandering en klimaatwetenschap gesmoord voordat er ook maar een klimaatproces is begonnen. Op die manier heeft het Hof de gedaagde staten in de aanhangige klimaatzaken een belangrijk argument ontnomen om zich te verdedigen tegen beschuldigingen dat hun klimaatbeleid ontoereikend zou zijn om de vermeende ‘klimaatcrisis’ te bestrijden. Voordat ze het relevante wetenschappelijke bewijs konden presenteren dat aantoont dat er niet zoiets bestaat als ‘klimaatnoodtoestand’ of ‘klimaatcrisis’, hebben de beide vooraanstaande rechters de beklaagden al laten weten dat ze het niet in hun hoofd moeten halen om te ontkennen.
Door zo ieder argument dat er geen klimaatcrisis is als ‘illegitiem’ te bestempelen, heeft het Hof, dat als voorbeeld van rechterlijke onpartijdigheid zou moeten dienen, de ‘the science is settled’ – en ontkennersretoriek van de klimaatbeweging onderschreven. Deze retoriek is een ongepaste toespeling op ontkenning van de Holocaust. Tegelijkertijd roept het label ‘illegitiem’ van het Hof ook het schrikbeeld van strafrechtelijke vervolging op.
Geen recht op een eerlijk proces
Er is nauwelijks rechterlijk gedrag te bedenken dat blijk geeft van grotere minachting voor het beginsel van rechterlijke onpartijdigheid dan het gedrag van deze Europese rechters. Het recht op een eerlijk proces, gegarandeerd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is in feite opzij gezet voor klimaatontkenners. De vraag moet worden gesteld of het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, gezien de meningen van zijn voorzitter en vice-voorzitter, nog wel rechtmatig uitspraak kan doen in enige klimaatzaak.
Het gedrag van deze rechters is des te schokkender in het licht van de wetenschap die de stelling dat er een klimaatcrisis zou zijn, niet ondersteunt. De Europese Commissie heeft verklaard dat ‘de term ‘klimaatnoodtoestand’ de politieke wil uitdrukt om de verplichtingen uit hoofde van het Parijse klimaatakkoord na te komen’. In bijna 4.000 pagina’s gebruikt het recente IPCC AR6-rapport niet één keer de term ‘klimaatcrisis’ of ‘klimaatnoodtoestand’, aangezien deze termen niet tot de wetenschappelijke terminologie behoren (ze komen alleen voor in een beschrijvend gedeelte over communicatie). Het zijn eerder politieke slogans, zoals de Commissie suggereerde. Inderdaad, de volledig ongedefinieerde klimaatnoodtoestand is een uitvinding van activisten.
Foltering
Opmerkelijk genoeg was zelfs deze standrechtelijke veroordeling van ‘klimaatontkenners’ niet voldoende voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In de eerste klimaatzaak die door het Hof aanhangig is gemaakt, besloot het uit eigen beweging om foltering toe te voegen aan de aanklachten tegen 33 staten die niet genoeg zouden doen om klimaatverandering te bestrijden, als vereist door het Parijse klimaatakkoord. Het Hof suggereert dat deze staten mogelijk foltering hebben gepleegd door geen ‘toereikend klimaatbeleid’ te voeren.
Foltering is uiteraard een ernstig misdrijf. Het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof bepaalt dat foltering, ‘wanneer gepleegd als onderdeel van een wijdverbreide of systematische aanval’, een misdaad tegen de menselijkheid is. Het niet voeren van een adequaat klimaatbeleid zou daarom een misdaad tegen de menselijkheid zijn die voor het Internationaal Strafhof kan worden vervolgd. Wat zouden de slachtoffers van daadwerkelijke foltering vinden van het misbruik van deze term door het Hof om rechtspolitieke redenen?
Rechterlijke dreigementen
Bedrijfsleiders van ondernemingen die verantwoordelijk worden geacht voor de uitstoot van broeikasgassen, politici die geen ambitieus klimaatbeleid steunen en alle anderen die pleiten tegen de agenda van de klimaatbeweging, zouden door dit Hof worden blootgesteld aan strafrechtelijke vervolging en gevangenisstraf tot 30 jaar. Dit is geen vergezochte interpretatie van de relevante wet, maar een eenvoudige toepassing ervan. De rechters waren zich natuurlijk terdege bewust van de gevolgen van de toevoeging van foltering aan de aanklacht, maar dat heeft hen niet weerhouden.
Dat de dreiging van levenslange gevangenisstraf een zeer krachtige ontmoediging voor debat over klimaatverandering is, behoef geen betoog. Een auteur voor UNESCO heeft dat in de volgende termen uitgelegd:
“Strafrechtelijke sancties zijn de krachtigste instrumenten die we hebben om gedrag te bestraffen dat alle grenzen te buiten gaat. Crimineel gedrag schendt fundamentele rechten en bedreigt de menselijke veiligheid. We behouden de zwaarste bestraffing voor aan gedrag dat schade toebrengt aan de zaken die we het meest waardevol vinden. Klimaatverandering veroorzaakt juist zulke schade.”
Dit lijkt precies te zijn wat de rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in gedachten hebben. Bedrijfsleiders zullen om straf te vermijden al snel geneigd zijn toe te geven aan de eisen van klimaatactivisten. Evenzo kunnen politici die sceptisch staan tegenover het huidige klimaatbeleid, zich genoodzaakt voelen om hun verzet op te geven. Andere dissidenten zullen ook hun persoonlijke veiligheid verkiezen boven eerlijkheid. Economische vrijheid, politieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting zouden ernstig worden beperkt. Is dit wat de voorzitter van het Hof bedoelt als hij zegt dat de garanties van de Europese Conventie “effectief en reëel, niet illusoir” moeten zijn? Mensenrechten beschermen kennelijk niet degenen die de progressieve klimaatpolitiek niet onderschrijven.
Ecocide
Door een ernstig misdrijf in de eerste klimaatzaak te betrekken heeft het Hof mogelijk ook de bedoeling gehad om steun te verlenen aan de pogingen om ecocide als misdaad erkend te krijgen. “Ecocide” verwijst naar de “verwoesting of vernietiging van het milieu”, maar er bestaat nog geen officiële wettelijke definitie. Al tientallen jaren strijden activisten voor wetten die ecocide strafbaar stellen, tot nu toe zonder resultaat. In de afgelopen paar jaar hebben ze echter, op de vleugels van het verhaal over de ‘klimaatcrisis’, aanzienlijke vooruitgang geboekt.
Een belangrijk initiatief is gericht op het toevoegen van ecocide aan het Statuut van Rome inzake het International Strafhof. In juni jl. heeft de ‘Stop Ecocide’ stichting een definitie van ecocide gepubliceerd die moet dienen als basis voor een wijziging van dit statuut. Zodra ecocide daarin is opgenomen, kunnen personen die ervan worden verdacht dat misdrijf te hebben gepleegd, voor het Internationaal Strafhof worden berecht.
Alle klimaatmisdrijven in 1 keer
Met deze wijziging zou het verbod op klimaatontkenning overbodig worden, omdat het Statuut van Rome dreigt met gevangenisstraf voor niet alleen degenen die een misdaad begaan, maar ook al degenen die “aanzetten tot het plegen van een dergelijk misdrijf”, of helpen, steun verlenen of anderszins assisteren bij het plegen van een dergelijk misdrijf of een poging daartoe of op enigerlei andere wijze bijdragen aan het plegen van of een poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf door een groep personen. Bovendien is het Statuut van Rome gelijkelijk van toepassing op alle personen zonder enig onderscheid op basis van officiële hoedanigheid — in het bijzonder zijn gekozen vertegenwoordigers en regeringsfunctionarissen niet vrijgesteld van strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Zo zouden politici, bedrijfsleiders, opinieleiders en ieder ander strafrechtelijk kunnen worden vervolgd als ze een mening uiten of een beleid voeren dat als “anti-klimaat” kan worden beschouwd en daarom kan leiden tot ecocide. In de strijd tegen klimaatontkenning zou ecocide zo een instrument van onschatbare waarde zijn.
Leiderschap van de Europese Unie
Het Europees Parlement heeft in twee recente rapporten verwezen naar “ecocide” en de wens geuit om ecocide te erkennen in EU-wetgeving en in diplomatie. Om de goedkeuring van een EU-richtlijn over ecocide voor te bereiden, lanceerde het European Law Institute onlangs een project over ecocide. De ecocidebeweging probeert te profiteren van het momentum en zelfs voordat dit project is voltooid, dringt zij er nu op aan om ecocide op te nemen in de EU-richtlijn inzake milieumisdrijven, die momenteel wordt herzien.
De EU lidstaten hebben een aanzienlijk deel van de stemmen die nodig zijn voor een wijziging van het Statuut van Rome en kunnen andere landen prikkels geven om de extra stemmen te verkrijgen die nodig zijn om ecocide opgenomen te krijgen. De gevolgen van een dergelijke wijziging kunnen enorm zijn als het Internationaal Strafhof het voorbeeld van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volgt en op de kar van klimaatactivisten springt.
Klimaatverandering is ecocide
Vergis je niet – hoewel de definitie van ecocide breed en vaag is, is klimaatverandering het primaire doelwit van de ecocidebeweging. Civielrechtelijke aansprakelijkheid en mensenrechten geven klimaatactivisten nu al de middelen om regeringen en bedrijven te dwingen aan hun eisen te voldoen, maar dit soort procedures is duur en kost tijd. De nieuwe misdaad van ecocide zou hen een krachtig instrument geven om deze processen te verkorten door te dreigen met strafrechtelijke sancties tegen onwillige bedrijfsleiders, politici en opinieleiders en hen met harde hand te dwingen hun gedrag te veranderen.
Klimaatactivisten zijn ook van mening dat de term ‘ecocide’ een emotioneel appeal en stigmatiserend effect zal hebben dat ‘klimaatverandering veroorzaken’ niet heeft. Zoals een van de voorstanders het stelt:
“De term “ecocide” klinkt dramatisch. Het is emotioneler dan “bijdragen aan vervuiling” of “verhogen van de uitstoot van broeikasgassen” of “investeren in fossiele brandstoffen”. Het begrip communiceert de ernst en urgentie van de onomkeerbare vernietiging van het milieu. Het schept het beeld van vervuilers als schurken, daders van een misdaad.”
Geen bescherming
Nationale wetten zullen de verdachten niet beschermen. Volgens de voorgestelde definitie van het internationale panel betekent ecocide “onrechtmatige of moedwillige daden gepleegd met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans is dat ernstige en wijdverbreide of langdurige schade aan het milieu wordt veroorzaakt door die daden.” Onrechtmatig, dat breder is dan illegaal, betekent dat vergunningen voor emissies en het voldoen aan nationale wetten, het misdrijf niet uitsluiten.
De belangrijkste truc is echter dat deze definitie niet eens echte schade vereist; kennis van waarschijnlijke schade in de toekomst is voldoende. En die kennis is een gegeven in het licht van de IPCC-rapporten. De fundamentele beginselen van het strafrecht dienen te wijken voor de strijd tegen klimaatverandering.
Foltering van de mensenrechten
De suggestie van het Europees Hof dat regeringen hun burgers folteren door ontoereikend klimaatbeleid te voeren, is niet slechts beledigend voor slachtoffers van foltering, maar bovenal onrechtmatig. Deze toevoeging op eigen intiatief toont aan hoe het Hof zich profileert niet als een beschermer van mensenrechten maar als een instituut dat beleid maakt. Dit activisme heeft niet alleen de reputatie van het Hof als onpartijdige rechter geschaad, maar heeft ook ernstige problemen veroorzaakt voor nationale wetgevers die worden geconfronteerd met de vaak ondoordachte progressieve beleidsmandaten die het Hof oplegt.
Natuurlijk is foltering een enorme misstand, maar het zijn niet de Europese klimaatbeleidsmakers die folteren. Nee, het is het Hof zelf dat het verdrag foltert om het te dwingen zich in zijn eigen ideologie te schikken. Het Hof heeft het verdrag zo lang gefolterd totdat het bekende dat het een programma voor de door het Hof gewenste progressieve politiek is. Zo bleek het recht op leven en verschillende andere mensenrechten plotseling een hele reeks zogenaamde ‘positieve verplichtingen’ te bevatten, die alleen het Hof mag definiëren. Het Hof heeft het verdrag zelfs zo lang gefolterd totdat het toegaf dat de rechters mogen afwijken van alle essentiële vereisten, inclusief die betreffende ontvankelijkheid en rechtsmacht. Daardoor kon het Hof van start gaan met de eerste klimaatzaak die het zo graag wilde.
Klimaatstrafrecht
Het gebruik van het strafrecht om klimaatpolitiek na te streven is een nieuw hoofdstuk in het klimaatactivisme. Klimaatactivisten hebben het strafrecht ontdekt als een bijzonder effectief instrument voor klimaatpolitiek. Overheden en bedrijven kunnen via het civiele recht uiteindelijk wel worden bedwongen, maar alles gaat een stuk vlotter als bedrijfsleiders, politici en opinieleiders persoonlijk onder druk kunnen worden gezet door hen met gevangenistraf te bedreigen. Het strafrecht fungeert als een breekijzer dat voor de klimaatactivisten de deuren opent naar de bestuurskamers van ondernemingen, de publieke instellingen waar de beleidsbeslissingen worden genomen en de redacties van de media.
Wat dit alles zo opmerkelijk maakt, is dat niet alleen klimaatactivisten deze ontwikkeling bevorderen, maar ook de hoogste rechters van Europa hun steentje bijdragen. Zijn de grenzen van macht dan echt volledig opgeheven door de zelfverklaarde klimaatcrisis?
Sluit ze op!
In totalitaire staten worden dissidenten op drie manieren gecontroleerd: ze worden uit het openbare leven verwijderd omdat ze een “gevaar voor de openbare orde” zijn, ze worden in psychiatrische ziekenhuizen geplaatst omdat ze aan een psychische aandoening lijden, of ze worden gevangen gezet omdat ze misdaden hebben begaan. Deze laatste methode is nu onderdeel van de “delegitimisering” en “denormalisering” van de tegenstanders van de klimaatbeweging.
In de strijd om te overleven heeft de klimaatbeweging geconcludeerd dat de uitstoot van broeikasgassen gecriminaliseerd moet worden, zodat klimaatontkenners kunnen worden opgesloten. Het is triest om te moeten constateren dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nu ook slachtoffer geworden is van de emotionele aantrekkingskracht van hun retoriek.
Bedreigingen voor de vrijheid
De strategie van de klimaatbeweging is duidelijk: foltering en ecocide moeten deel uitmaken van hun gereedschapskist, zodat de klimaatzondaars kunnen worden bekeerd, klimaatontkenners kunnen worden opgesloten en de klimaatutopie kan worden gerealiseerd. Het is echter onvermijdelijk dat dit soort ‘klimatisme’ resulteert in de onderdrukking van vrijheid en de weg opent naar klimaattotalitarisme.
Ironisch genoeg heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mensen, dat werd opgericht in de nasleep van de vernietiging van het totalitaire naziregime om als een rechterlijk bolwerk te fungeren ter bescherming van de individuele vrijheden, zichzelf nu opgeworpen als de aanjager van klimaattotalitarisme.
Auteur
Dr. Lucas Bergkamp is arts en advocaat te Brussel. Hij houdt zich bezig met Europees recht en de relatie met internationaal en nationaal recht, met name op het vlak van risico-regulering. Hij is adviseur van CLINTEL.